Dit jaar telen we voor het eerst courgettes voor de groothandel. De broeierige zomerzon is ons daarbij gunstig gezind: de komende tien weken kunnen we wekelijks een pallet aanleveren. Soms zelfs twee of drie. Een leuke klus voor onze deelnemers: plukken, schoonmaken en inpakken zijn fijn routinewerk.
De criteria van de groothandel blijken streng: in elke doos moeten zestien courgettes van in totaal precies vijf kilo worden verpakt. Nogal een gepuzzel en gestres: wie ooit courgettes heeft geteeld weet dat als je één keer met je ogen knippert de groente weer twee centimeter is gegroeid. Daarnaast mogen de kromme courgettes niet worden ingepakt. Courgettes met krassen of een maatje meer evenmin. “Die verkopen we op de markt, of worden aan de koeien gevoerd”, aldus mijn collega. Echt stom. In Nederland wordt 5 tot 10 procent van de groente en fruit weggegooid vanwege ‘een gek uiterlijk’: kromme komkommers, tweebenige wortels en hartvormige aardappelen. We kunnen het ons veroorloven om deze groente weg te gooien, omdat we simpelweg veel te eten hebben voor een lage prijs. We kúnnen dus kritisch zijn. Feit is wel dat er wereldwijd 1,3 miljard ton voedsel – een derde van de gehele productie – wordt weggegooid, terwijl tegelijkertijd 1 miljard mensen honger lijden. Over krom gesproken.
In 2013 hielp ik mee met een publiekscampagne tegen voedselverspilling. Samen met de meiden van Kromkommer (google maar!) deelde ik kromme komkommers uit aan winkelend publiek in de Koopgoot. De Rotterdamse dames pakten ze giechelend aan. ‘Zo schattig, hij lijkt op die van mijn man.’ Waarna ze met een zwoele blik hun tanden erin zetten.
Op het Museumplein in Amsterdam gingen we een stapje verder: we maakten soep van 1800 kilo tomaten, wortels, uien en andere groenten, die vanwege schoonheidsfoutjes in de vuilnisbak dreigden te belanden. Maar liefst 6000 mensen proefden en oordeelden: ‘met de smaak is niets mis’. Natuurlijk niet.
Bij wie ligt de verantwoordelijkheid voor dit luxeprobleem van verspilling? Bij de kritische consument (waarom moet alles zo stralen?), de machtige groothandel (‘er passen meer rechte dan kromme courgettes in één doos, punt uit’) of de te afhankelijke en dus onderdanige teler (voor mij drie anderen)? “Stiekem heb ik heus een kromme courgette in de doos gestopt”, zei mijn collega ondeugend. Heel goed. Koopt u hem?