Boerenalfabet
A: Antibiotica. Is niet verboden op biologische bedrijven, maar mag niet onbeperkt worden toegediend. Volgens de normen mogen dieren die korter dan 1 jaar leven, zoals kippen en varkens, maar 1 keer met medicijnen worden behandeld. Voor langer levende dieren, zoals koeien, geldt dat ze maximaal 3 keer per jaar mogen worden behandeld. Gebeurt het vaker, dan wordt het vlees, de eieren of de melk nog wel verkocht, maar dan niet als biologisch product. In beide gevallen komt de antibiotica niet in het vlees of de melk terecht, omdat er na gebruik een wachttijd moet worden aangehouden. Bij biologisch gehouden vee is de wachttijd twee keer zo lang als bij traditionele bedrijven.
B: Biest. De eerste drie dagen na de bevalling geeft een moederkoe biest. Dit is dikker en geler dan gewone melk en bevat veel afweerstoffen.
C: Centjes. Boeren verdienen eigenlijk te weinig voor de uren die ze maken en de verantwoordelijkheid die ze dragen voor het produceren van goed voedsel.
C: Crypto. Een lastig virus wat ernstige diarree bij kalveren veroorzaakt.
D: Dracht. Net als mensen hebben koeien een dracht van negen maanden.
E: Eten. Koeien eten 60 – 80 kilo gras per dag, aangevuld met een klein beetje krachtvoer voor wat extra energie.
F: Fosfaatrechten. Na afschaffing van het melkquotum produceerde deNederlandse veehouderij in 2015 meer fosfaat dan is toegestaan op basis van Europese afspraken. Daarom is er sinds 1 januari 2018 het stelsel van fosfaatrechten, gebaseerd op het aantal koeien dat de boer op 2 juni 2015 (peildatum) in zijn stal had staan en de hoeveelheid melk die zijn koeien geven.
G: Gras. Rondom onze boerderij hebben we 55 hectare aan grasland. Niet alleen gras overigens, wie goed kijkt ziet klavers en verschillende soorten bloemen en kruiden, zoals smalle weegbree, groeien. Goed voor de biodiversiteit!
H: Hartslagen. Het aantal hartslagen van een volwassen rund bedraagt 60 – 64 per minuut en kan het best worden gevoeld aan de onderkant van de onderkaak.
I: Inseminatie. Op sommige boerderijen wordt gebruik gemaakt van een stier: deze ruikt en voelt uitstekend wanneer een koe tochtig (=vruchtbaar) is. Vanaf 3 jaar worden stieren helaas erg gevaarlijk voor mensen en moet er een nieuwe, jonge stier komen (ook om inteelt te voorkomen). Op Boerderij Achtervennen insemineren we de koeien met sperma uit rietjes. Deze rietjes bevatten 20 miljoen zaadcellen van een stier naar keuze. Zo kun je selecteren op ras, familie, melkgift, met hoorns/zonder hoorns. Er zijn ontelbaar veel mogelijkheden. Om het sperma goed te houden worden de rietjes ingevroren in vloeibare stikstof (-196 graden). Als een koe tochtig is, wordt een rietje gekozen, verwarmd en ingespoten in de schede. En dan maar hopen dat de koe drachtig wordt.
J: Jurre. De leukste boer.
K: Keizersnede. Op Boerderij Achtervennen kunnen de kalfjes in de meeste gevallen zelfstandig geboren worden. Anders is dit bij (bijvoorbeeld) vleeskoeien, die zo zijn gefokt dat kalfjes alleen via een keizersnede ter wereld kunnen komen. Let maar eens op als je dikbillen in een weiland ziet staan: ze hebben allemaal aan hun linkerzijkant een ritssluiting.
L: Liters water. Koeien drinken 100-120 liter water per dag. Urineren doen ze 10-15 keer.
M: Melk. Onze koeien geven gemiddeld 25 liter per dag. Zelf drinken we deze het liefst rauw: lekker romig. De kans dat er in onbewerkte melk een verkeerde bacterie, bijvoorbeeld listeria, E-coli of Salmonella zit is klein, maar niet verwaarloosbaar. Om een voedselinfectie te voorkomen adviseren de Europese voedselautoriteit ESFA en het Voedingscentrum daarom om melk te koken voor consumptie. In 2016 schreef ik daar een column over.
N: Netmaag. De netmaag is een van de vier magen die een koe heeft. De wand van de maag lijkt op een visnet, vandaar de naam. De andere magen zijn: boekmaag, lebmaag en pens. Koeien zijn echte planteneters, ofwel herbivoren. Daarom hebben ze een heel ander spijsverteringsstelstel dan de mens.
O: Oormerken. Binnen drie dagen na de geboorte krijgt een kalf een oormerk: een gele flap met streepjescode en nummer, die haar traceerbaar maakt van stal tot slachthuis. In 1992 is dit registratiesysteem in Europa ingevoerd en zoals bij elke nieuwe regel was er veel protest. De oormerkweigeraars (zo’n 60 boeren in totaal) wezen op de aantasting van de integriteit van het dier, want waarom zou een koe haar hele leven met een lelijke gele flap in haar oren moeten lopen, terwijl de registratie alleen maar nodig is in geval van transport? Ze volhardden in hun protest en kregen in 2002 een alternatief registratiesysteem (zie: V), dat nog immer gedoogd wordt door de overheid. De controles zijn wel strenger en bij elke misstap kan de boer uit het protocol worden gezet. Het aantal weigeraars is inmiddels dan ook geslonken tot ongeveer vijftien.
P: Pink. Vanaf 12 maanden heet een rund geen kalf meer, maar een pink. Een pink wordt meestal rond de 14 maanden voor het eerst bevrucht. Als de pink drachtig is verklaard door de veearts, heet ze een vaars. Pas als ze haar eerste kalfje krijgt en melk gaat geven, heet ze een koe.
R: Rendac. Als een dier overlijdt op de boerderij, mag hij uiteraard niet op eigen erf worden begraven. De boer belt de Rendac: een ophaaldienst en verwerkingsbedrijf van kadavers.
S: Slaap. Een koe slaapt slechts 20 minuten per etmaal. De rest van de tijd is ze aan het eten of herkauwen.
T: Trekker. In Nederland zijn tientallen merken trekkers verkrijgbaar, waarvan John Deere, Fendt, New Holland en Massey Ferguson wereldwijd de grootste zijn. Elk merk heeft zijn eigen type, functies en bijbehorende landbouwmachines. Op Boerderij Achtervennen hebben we een Fendt en John Deere.
U: Uier. Een uier bestaat uit vier van elkaar gescheiden kwartieren, die zijn gevuld met melkblaasjes, waarin de melk druppel voor druppel wordt afgescheiden. De melk wordt opgeslagen in de melkboezems van de uier. In een goed ontwikkelde uier kan wel tot 25 liter melk worden opgeslagen.
V: Vlekkenpatroon. Elke koe heeft een uniek vlekkenpatroon. In het geval van de oormerkweigeraars mogen zij daarom hun kalveren registreren middels een foto van de vacht. In deze foto moet wel het losse oormerk te zien zijn.
W: Weer. Weinig beroepen zijn zo weersafhankelijk als die van de boer. We hebben zon nodig om het gras te laten groeien, maar niet te veel, want dan wordt het droog. Dan hebben we regen nodig, maar liever niet te lang. En is het kouder dan 8 graden? Dan groeit het gras niet meer. Wil de boer maaien? Dan moet het minstens drie dagen achter elkaar droog zijn. En het liefst een beetje zonnig. Een boer tuurt dus altijd naar de hemel, of eh…gewoon naar Buienradar.
Z: Ziezo. Genoeg voor nu. Hoe ik dit allemaal weet? Een beetje van Google, veel van mijn man en tien jaar boerderij-ervaring. En ik leer nog elke dag, want op de boerderij is echt geen dag hetzelfde.