Drenthe Voeding

Het eetbare weiland

Ooit werkte er een stagiaire op onze boerderij die heel veel paardebloemen at. De eerste keer dat ik dat zag, dacht ik dat ze zich vergiste. “Kijk uit, je eet een paardebloem”, waarschuwde ik. “Ja, dus?” vroeg ze verwonderd. “Wil je ook een hapje?” Ik weet nog hoe mijn wenkbrauwen fronsten.

De stagiaire bleek zo gek nog niet. Op verschillende websites lees ik hoe gezond en geneeskrachtig paardebloemen zijn. ‘De wortel van de bloem is leverversterkend, galopwekkend, laxerend en ontgiftend. De bladeren werken urinedrijvend en zuiverend. De bladeren en stengels smaken naar witlof, de bloemen zijn zoet.’ Na al dit gejuich begon ik me af te vragen waarom we niet massaal de tuin in duiken voor een hoofdgerecht van paardebloemkool. Bloemen genoeg.

“Witlof?” lachte mijn collega Anneke toen ik haar over de wonderen der paardebloemen vertelde. “Ik vind het veel bitterder smaken.” Ze bleek een kenner. “Eigenlijk is alleen de bloem lekker; die kun je ter garnering in salades gebruiken. In de natuur vind je sowieso veel verrassende smaken die je aan een gerecht kunt toevoegen. Weet je wat, ga mee op foodwalk. Ik organiseer er morgen eentje voor campinggasten uit de buurt.”

Een foodwalk is hip Nederlands voor iets wat onze voorouders in het stenen tijdperk al deden: de natuur intrekken om je eigen maaltijd bij elkaar te plukken. Klinkt heel romantisch en puur, maar bij gebrekkige kennis van allerhande flora is het niet geheel ongevaarlijk. Je zal maar een giftige bes plukken of bladeren eten waar net een hond over heeft geplast. Maar dat zou de wijze Anneke niet gebeuren.

De volgende dag trokken we met een groep toeristen over ons land. “Kijk, hondsdraf”, wees mijn collega. “Dat smaakt naar munt. En daar: verse muur. Lekker voor op je broodje kaas, ook in combinatie met de pinksterbloem. Zien jullie daar duizendblad groeien? Daar kun je heerlijke pesto van maken. Net als van speenkruid.” We bleken een zeer eetbaar weiland te hebben. “Maar laat de boterbloem staan, die is giftig.” Echt? Hij leek zo onschuldig.

Om me heen bloeiden de paardebloemen en door het enthousiasme van Anneke kreeg ik zin in een hap. Ik rukte een bloem van zijn stengel en stak hem in mijn mond. En sidderde. Noemen ze dit zoet? Brrr, bah. Voor het lijf gezond, maar veel te bitter in de mond. Maar oordeelt u vooral zelf, als u straks door de wei loopt.

Dit vind je misschien ook leuk...