Begin 2015 werd ik gevraagd columnist te worden voor de Nieuwe Oogst, krant van LTO Nederland. Met als opdracht: schrijf over je leven als boerin. Over je werkzaamheden, je gezin, je gedachten, je ergernissen, je verwonderingen. Een eer!

In het begin was het zoeken. Wie was mijn publiek? Wat verwachtten ze van me? Welke toon moest ik aannemen? En in hoeverre moest ik me blootgeven? Kon ik alles schrijven?

Het deed me terugdenken aan mijn tijd in Ghana, Afrika. In de paar maanden die ik daar woonde hield ik een blog bij voor familie en vrienden. Daarbij worstelde ik enorm met mijn woordkeuze, mijn taalgebruik. Mijn oma van toendertijd 85 moest het leuk vinden om te lezen, maar mijn brallende studentenvrienden ook. Ik wilde dat iedereen me even leuk zou vinden. Moest ik stoer schrijven, of juist vertederend? Serieus, of juist vol woordgrappen? Daardoor blokkeerde ik. Tot ik dacht: ik schrijf het voor mezelf. Over mijn eigen gevoel, mijn eigen ervaringen. Puur en eerlijk, zonder een rol aan te nemen. En dat bleek íedereen te waarderen.
Ik wist dus wat me nu als columnist te doen stond: eerlijk zijn tegen het papier. Over wat ik op dat moment dacht, voelde en meemaakte. Niks mooier maken dan het was, niks dramatiseren. Alles recht uit het hart. Ik schreef de columns in mijn eentje aan de keukentafel en stuurde deze per mail de wereld in. En wie het zou lezen, zou het lezen. En dat bleken er veel.

Reacties uit het hele land volgden. Per mail, via sociale media. Soms stond er ineens een fan in de boerderijwinkel, of nog dichterbij: aan de deur. Pfff, dan ben je naakt. Maar tegelijkertijd vind ik het zó bijzonder.
En natuurlijk kwam er ook wel eens kritiek. Want ook na tien jaar verkering met een boer weet ik nog niet alles van het boerenleven, en weten andere mensen het beter. Of voelen lezers zich aangevallen, als ik iets over de gangbare veehouderij schrijf. Over de fosfaatwetgeving. Of over de toekomst van de landbouw. Gebeurt gelukkig niet vaak en het leert mij ook met kritiek om te gaan. Nog best een dingetje, want vooral via sociale media komen opmerkingen soms hard binnen.

Inmiddels schrijf ik zes jaar en zijn we verhuisd van onze zorgboerderij in Drenthe, via een kaasboerderij in Weesp naar een melkveehouderij in Ilpendam. Een ongewone zoektocht, waarin ook weer mijn column een hoofdrol speelde: de boer uit Ilpendam las mij al jaren en was daardoor op het idee gekomen om Jurre en mij als opvolger voor zijn boerderij te vragen. Als dat niet de ultieme beloning is!